menu

De geheimen van Moeder Maria

Hans Stolp 

Een oud geheim

Veel mensen koesteren een diepe liefde voor Moeder Maria. Hun vroomheid en toewijding is dikwijls zelfs meer aan haar, dan aan haar Zoon gewijd. Misschien hangt dat samen met het feit dat zij Mater Dolorosa wordt genoemd, Moeder der Smarten: zij begrijpt en kent ons verdriet. Daarom gaat er in de beleving van velen een grote troost van haar uit. Die devotie gaat overigens ook niet aan mijzelf voorbij: als ik in het buitenland een kapel(letje) tegenkom met een beeld van Maria en je kunt daar een waxinelichtje aansteken, dan zal ik dat zeker doen. In stilte noem ik daarbij de namen van mijn geliefde gestorvenen die ik wil opdragen aan de liefde van de geestelijke wereld.

Een van de grootste geheimen waarover het esoterische christendom vertelt, is het feit dat er in de eerste eeuw van onze jaartelling niet één Maria leefde, maar twee Maria’s die beiden een zoon hadden die Jezus genoemd werd (een gangbare naam overigens in die tijd). Toen ik voor het eerst over dit mysterie hoorde, was dat een schok voor mij en kon ik het niet plaatsen. Pas heel langzaam en heel geleidelijk begon ik dit mysterie te begrijpen en aan te voelen, zodat het nu behoort tot de dingen die ik vanbinnen zeker weet.

De beide Maria’s belichamen samen de mysteriën van Maria waarover allerlei legenden en verhalen vertellen. Ook in de Bijbel kom je het mysterie van de twee Maria’s tegen: de Maria over wie het Lukas-Evangelie vertelt, lijkt een heel andere vrouw dan de Maria over wie Mattheüs vertelt. Als je goed oplet zijn er allerlei tegenstrijdigheden in wat Mattheüs en in wat Lukas over Maria vertelt. In feite vallen die tegenstrijdigheden alleen op te lossen, als je uitgaat van de gedachte dat het hier om twee verschillende personen gaat, twee verschillende Maria’s. Maar wie zijn die beide Maria’s nu eigenlijk?

De twee Maria’s

  • Allereerst leefde er in die tijd een jonge vrouw die de jonge Maria wordt genoemd. Zij is het over wie het Lukas-Evangelie vertelt. Puur, teer en kwetsbaar was haar wezen. Ze was nog heel jong toen ze zwanger werd en een kind baarde. Ze stierf op jonge leeftijd, toen ze ongeveer 25 jaar oud was en haar zoon Jezus 12 jaar.
    De jonge Maria was als een zachte windvlaag die even de aarde mocht beroeren, maar die snel daarna weer terugkeerde naar de wereld vanwaar ze gekomen was. Haar zoon Jezus was het die bij de Doop in de Jordaan de Christus mocht opnemen en zo tot Christusdrager werd.
    De jonge Maria is ook degene aan wie de engel Gabriël verscheen om haar de geboorte van haar zoon Jezus aan te kondigen. Een tafereel dat door vele schilders werd uitgebeeld, bijvoorbeeld op het beroemde fresco van Fra Angelico.
  • De andere Maria wordt de oudere Maria genoemd. Met name het Mattheus-Evangelie vertelt over haar en laat tussen de regels door zien dat zij een nauwe verbinding met de tempel in Jeruzalem had. Zij trouwde met de nakomeling van koning David, de koninklijke Jozef. Toen de jonge Maria gestorven was, werd zij, de oudere Maria, de stiefmoeder van haar zoon Jezus (de zoon dus van de jonge Maria).
    De oudere Maria stierf op hoge leeftijd: ze werd 72 jaar. Zij mocht Jezus Christus bijstaan bij de vervulling van zijn opdracht en hem begeleiden tot aan het einde van zijn aardse leven. Zij was het ook die aan de voet van het kruis stond. En zonder haar zou het Pinksterfeest niet mogelijk geweest zijn: ze was het kanaal voor de nieuwe Heilige Geest. (Lees daarover aan het slot van dit artikel meer.)
    Van deze Maria zijn allerlei voorstellingen gemaakt: bijvoorbeeld hoe ze aan de voet van het kruis stond, of hoe ze het dode lichaam van haar stiefzoon in haar schoot hield (de Piëta).

De geheimen gingen ondergronds

In het eerste eeuwen van onze jaartelling wisten vele christenen nog van de grote geheimen die in de beide Maria’s belichaamd waren. Met name de christenen die onderwijs hadden gekregen van de Essenen en van hun leerlingen: die kenden immers nog de grote geheimen van de Christus. Maar toen het esoterische christendom geleidelijk ondergronds ging (omdat het vervolgd werd), verdween niet alleen het inzicht in het mysterie van Jezus die bij de Doop in de Jordaan tot Christusdrager werd, maar ook het inzicht in de geheimen van de beide Maria’s. In de tijd daarna werden de beide Maria’s door de kerkelijke traditie als het ware samengevoegd en vormden ze samen de ene Maria zoals we die eeuwenlang in de kerkelijke traditie leerden kennen.

Alleen in kringen van het esoterische christendom dat ondergronds ging en zijn inzichten in de mysteriën van Christus voortaan in het geheim doorgaf, kende men de geheimen van de beide Maria’s nog. Denk aan de Tempeliers, de Rozenkruisers en andere geheime stromingen. Pas in de negentiende eeuw werden deze geheimen weer openbaar, vooral door toedoen van Rudolf Steiner en zijn leerlingen, bijvoorbeeld Emil Bock.

Ook twee Jezuskinderen

Er waren tweeduizend jaar geleden niet alleen twee Maria’s, maar ook twee kinderen die beide Jezus heetten. Maar waarom waren er eigenlijk twee Jezuskinderen nodig? Dat is niet eens zo moeilijk om uit te leggen, maar het is desondanks voor onze ziel best een klus om zich het zo andere denken eigen te maken dat daaraan ten grondslag ligt.

Er moest op aarde een mens geboren worden die sterk genoeg zou zijn qua lichaam en qua ziel om de allerhoogste geestelijke krachten uit de kosmos - die van de Zonnegeest - in zich op te nemen en zich door deze energieën te laten omvormen. In wezen was niemand sterk genoeg om deze krachten te verdragen: ieder mens zou meteen sterven, zodra deze krachten zijn lichaam binnentrokken. Daarom had de geestelijke wereld al eeuwen geleden een plan bedacht hoe deze mens toch gecreëerd zou kunnen worden. Dat plan hield in om de geestelijke krachten van twee verschillende (en bijzondere) kinderen met elkaar te verbinden zodat die verbonden krachten samen sterk genoeg zouden zijn om de Zonnegeest in zich op te nemen en werkzaam te laten worden.

De twee kinderen die uitverkoren werden voor deze hoge opdracht waren enerzijds een zuivere, karma-vrije ziel ofwel een jonge ziel die nooit eerder op aarde geleefd had, en anderzijds een oude ziel die gedurende vele levens aan het aardse leven was gerijpt en die de weg wist op aarde en in de harten van de mensen. Daarom waren er tweeduizend jaar geleden twee Jezuskinderen.

Deze twee zo bijzondere kinderen werden op twaalfjarige leeftijd één. Hoe dat geheim zich voltrok, kunt u lezen in mijn boek: Het geheim van de twee Jezuskinderen.

Het levensverhaal van de oudere Maria

De oudere Maria werd geboren uit een geslacht van sterke vrouwen: Tamar (misbruikt door haar schoonvader Juda), Ruth en Bathseba (misbruikt door David) waren haar voormoeders.

Haar ouders, Joachim en Anna, waren bij haar geboorte al op hoge leeftijd: de geboorte van hun enige dochter Maria was dan ook een wonder.

Ze werd op driejarige leeftijd een tempelmaagd (een beetje te vergelijken met een non). Op 15-jarige leeftijd werd ze uitgehuwelijkt aan Jozef, de ongekroonde koning van Israël. Na de geboorte van hun eerste kind, Jezus, en het bezoek van de drie ingewijde koningen, vluchtte ze samen met Jozef en haar zoon Jezus naar Egypte. Na drie jaar keerden ze terug en vestigden zich in Nazareth, waar ook de jonge Maria met haar man, de timmerman Jozef, en hun enige kind Jezus woonden.

De oudere Maria kreeg zeven kinderen. Toen haar oudste zoon Jezus elf jaar oud was, stierf haar man Jozef en werd Maria weduwe. Een jaar later stierf ook haar zoon Jezus na hun bezoek aan de tempel in Jeruzalem. Tragisch genoeg stierf kort daarna ook haar vriendin, de jonge Maria. Haar man Jozef, een timmerman, bleef alleen achter met zijn zoon Jezus. De Essenen in Nazareth zorgden er toen voor dat de oudere Maria trouwde met de timmerman en op die manier de pleegmoeder werd van diens zoon Jezus.

Toen Jezus dertig jaar oud was, vond er een heel bijzonder gesprek plaats tussen Jezus en zijn stiefmoeder Maria: Jezus stortte zijn hart zozeer uit dat al zijn pijn, verdriet en onmacht uitstroomde in het hart van Maria. Zo werd zij voor de eerste maal Mater Dolorosa, de lijdende moeder die het lijden van haar zoon zo volkomen opnam in het eigen hart. Na dit gesprek ging Jezus naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen.

Toen Jezus gedoopt werd en de Christus zich in hem belichaamde, gebeurde er tegelijkertijd ook iets bijzonders met Maria (en sta mij toe dit grote en indrukwekkende mysterie in een paar woorden samen te vatten): de andere (ofwel de jongere) Maria daalde vanuit de hemel op haar neer, verbond zich in de geest met haar en liet haar grote geestelijke krachten van inzicht en verwondering in de oudere Maria uitstromen. Door dit gebeuren werd de oudere Maria een wetende: ze begreep eindelijk het geheim van Jezus Christus.1

Ze was wakker in Gethsemané toen de discipelen sliepen, ze liep met Jezus mee toen hij zijn kruis door de straten van Jeruzalem naar Golgotha droeg en ze stond urenlang aan de voet van het kruis. Na zijn dood droeg ze zijn dode lichaam in haar schoot. Toen werd ze opnieuw Mater Dolorosa, de vrouw die tot tweemaal toe een kind verloren had.

Na de opstanding verbleef ze veertig dagen met de discipelen in de opperzaal, het ordehuis van de Essenen in Jeruzalem, waar Jezus Christus het laatste avondmaal gevierd had. Toen het Pinksterfeest aanbrak, vormde zij het kanaal voor de nieuwe Heilige Geest die zich via haar uitstortte in de harten en de zielen van de leerlingen (zie daarover hieronder).

Aan het einde van haar leven verbleef ze opnieuw in de opperzaal, waar de aartsengel Gabriël haar aanstaande dood kwam aankondigen. Alle discipelen kwamen uit alle windstreken naar haar toe, ook zij die gestorven waren, en verzamelden zich rond haar bed. Na haar dood droegen zij de baar met haar dode lichaam naar het Kedrondal. Daar gebood een hemelse stem hen halt te houden. Toen daalde de aartsengel Michaël af naar de aarde en droeg de ziel van Maria naar de hemel. Toen, eindelijk, werd zij Mater Gloriosa, de triomferende moeder.

De beide Maria´s symboliseren de oude en de nieuwe Heilige Geest

Een pas geboren kind bezit nog hemelse krachten van zuiverheid en puurheid die ontroeren. Een oud(er) mens kan ons daarentegen ontroeren door de wijsheid, verstilling en overgave die hij of zij op de lessen van het leven veroverd heeft. Zo gezien weerspiegelt een mens in de loop van zijn leven de hele evolutie van de mens. In de evolutie werden wij in het begin geïnspireerd en geleid door de oude Heilige Geest (terug te vinden in het wezen van een kind), terwijl we in de toekomst door de nieuwe Heilige Geest (terug te vinden in het wezen van oude mensen) geholpen zullen worden om de weg terug te vinden vanuit het materialisme naar de geestelijke wereld.

De oude Heilige Geest omhulde en doorstroomde de mens, toen hij nog in het Paradijs leefde. Maar hoe verder de mens afdaalde naar de aarde en zich met de wereld van de materie verbond, hoe meer de Heilige Geest zich moest terugtrekken. Met haar puurheid en zuiverheid kan zij immers alleen maar inwerken op dat gedeelte van onze ziel dat niet werd aangetast door Lucifer en Ahriman. Daarom heeft de oude Heilige Geest op dit moment nauwelijks nog een mogelijkheid om op ons in te werken en ons bij te staan. Dat houdt in dat er een nieuwe Heilige Geest moet komen die wel in staat is ons te helpen.

  • De nieuwe Heilige Geest wordt daar geboren, waar mensen door het lijden zijn heen gegaan en waar zij rijpen tot inzicht, tot geestelijk denken en tot een alles-verdragende liefde. Waar mensen op die manier geestelijk ontwaken, kan de nieuwe Heilige Geest werkzaam worden. Daarbij werkt zij met name in op ons denken en vormt dat om tot een geestelijk denken.
  • De oude Heilige Geest leefde zichtbaar in de jonge Maria die in een stal in Bethlehem haar kind ter wereld bracht en op 25-jarige leeftijd stierf, toen haar zoon Jezus 12 jaar oud was. In haar herkennen we zo sterk die paradijselijke onschuld. Dat deze Maria zo jong stierf, laat zien dat de jonge Heilige Geest niet ons hele leven bij ons blijft, maar zich geleidelijk terugtrekt in de geestelijke wereld.

De nieuwe Heilige Geest leeft in de oudere Maria. Zij laat zien hoe deze Geest in en aan ons werkzaam kan worden als wij door het lijden aan het leven heen inzicht en een hoger denken hebben verworven. Daarom is de oudere Maria bij uitstek een inspirerend voorbeeld voor de mens van nu. We verliezen dan wel steeds meer de hulp en bijstand van de oude Heilige Geest, er is een nieuwe Heilige Geest die ons dragen en leiden wil. Dat te beseffen is de troost die uitgaat van onze bezinning op de oudere Maria: zij is daarvan het levende teken.


Noot
  1. In wezen is dit mysterie nog groter: de oudere Maria is een incarnatie van Eva. De jongere Maria een incarnatie van het hoger Zelf van Maria dat bij de schepping achtergebleven was in de geestelijke wereld. Nu worden, bij dit mysterie, die twee weer een: het begin van de herschepping.

© Esoterisch Christendom 2024