menu

De zin van dementie

Hans Stolp 

Dementie: een zinloos lijden?

Dementie (bijvoorbeeld Alzheimer, of vasculaire dementie, ontstaan door een hersenbloeding) is een verschrikkelijke, want ontluisterende ziekte. De meeste ouder wordende mensen zijn er bang voor dat zij zelf eens door die ziekte getroffen zullen worden.

Juist in deze tijd leren wij immers zelfstandig te worden en op eigen benen te staan. We leren het heft in eigen handen te nemen en de verantwoordelijkheid voor ons eigen leven op ons te nemen. En dan ineens is er een ziekte die ons volslagen afhankelijk maakt. Dat lijkt volledig in te gaan tegen de opdracht die ons in deze tijd door de geestelijke wereld wordt toevertrouwd: namelijk om zelfstandig te worden en verantwoordelijkheid te leren dragen - zowel voor onszelf, als voor de wereld waarin wij leven.

Bij dementie verliezen we de controle over ons eigen leven en worden we afhankelijk van anderen. Voor velen is dat zo’n schrikwekkende gedachte dat de idee om bij een voortschrijdende dementie voor euthanasie te keizen, steeds meer bespreekbaar wordt en bijvoorbeeld door de Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde zelfs gepropageerd lijkt te worden. De achterliggende gedachte daarbij is dat dementie alleen maar een zinloos lijden inhoudt en dat je elkaar en jezelf zo’n zinloos lijden moet kunnen besparen.

Bij een dergelijke visie is het natuurlijk volslagen onmogelijk om na te denken over de zin van dementie. Hoe zou zo’n afschuwelijke ziekte die ons afhankelijk maakt en waarbij ons denkvermogen langzamerhand wegvalt, een zin kunnen hebben? En inderdaad: als je alleen maar de buitenkant ziet, lijkt dementie alleen maar zinloos.

En toch: is dementie werkelijk alleen maar zinloos? Of valt er nog iets anders waar te nemen als je leert kijken tot voorbij de buitenkant? Want ook dat behoort immers tot onze levensopdracht in deze tijd: om te leren kijken tot voorbij de buitenkant. Ofwel: om zó te leren kijken dat je ziet wat er achter de dingen (of gebeurtenissen, of ziektes en ga zo maar door) verborgen ligt.

Waar blijft de geest?

Dementie betekent: de geest is weg, of: de geest is verborgen (mens is latijn voor geest). Hoe moeten we dat zien en hoe zit dat eigenlijk met de geest van iemand die dementeert?

Bij dementie zijn de hersens van het fysieke lichaam aangetast door veroudering.

Aanslibsel in de hersenaderen (plaques) en opeenhoping in de hersenen van niet goed afgebroken eiwitcellen (kluwens), leiden ertoe dat de hersenen niet goed meer werken en dat de geest – en daarmee het ik - van de mens zich steeds minder via de fysieke hersens tot uitdrukking kan brengen. Maar daarom is de geest er nog wel! Die heeft zich ‘alleen maar’ teruggetrokken, gedeeltelijk zelfs tot buiten het lichaam.

Omdat wij de geest van een dementerende niet meer bereiken kunnen en we van buiten alleen maar afbraak zien, denken we meestal dat ook de geest van een dementerende is afgetakeld. Dat is niet zo. Zoals de zon er nog steeds is, ook al is deze schuilgegaan achter wolken, zo is het ook met een dement iemand. De geest is er nog wel, zij is alleen onzichtbaar geworden. Het is daarom ook goed mogelijk om met het hoger zelf of de geest van een dementerende te communiceren, dus buiten het lichaam om. En wel, omdat de geest niet is aangetast door de veroudering van de hersens, maar zich ‘alleen maar’ heeft teruggetrokken. Maar natuurlijk is een dergelijke communicatie niet voor iedereen weggelegd. Dat vermogen vergt nu eenmaal een geestelijke groei en ontwikkeling die pas na jaren deze communicatie mogelijk maakt.

Het offer van de mantelzorger

Bij dementie trekt de geest zich dus terug. Dat betekent dat ‘het ik’ als sturende kracht van de persoonlijkheid zich terugtrekt. Ofwel: ‘het ik’ kan niet langer meer sturing geven aan het leven en trekt zich voor een deel zelfs terug tot buiten het lichaam. Hoe verder de ziekte voortschrijdt, hoe meer anderen daarom sturing aan zijn of haar leven zullen moeten geven. In wezen gaat het daarbij net zoals een moeder dat bij haar jonge kind doet: zij troost en dempt de heftige emoties die opkomen als het kind schrikt of valt. Ze geeft een kus op een zere plek om de emoties van het kind weer tot rust te brengen. Daarbij moet ze haar eigen gevoelens inhouden om die opdracht - sturing aan haar kind te geven - te kunnen vervullen.

Dat betekent dat de verzorgende van een dementerend iemand (vaak een mantelzorger) een zware opgave te vervullen heeft en voortdurend offers moet brengen: het offer om de eigen emoties en gevoelens terug te houden om in plaats daarvan de rol van het sturende ik te vervullen voor een dementerende bij wie het eigen ik zich heeft teruggetrokken.

Een mantelzorger is dikwijls de partner: de man of de vrouw van de dementerende. Deze verliest in feite bij het voortschrijden van de dementie zijn of haar partner: de dementerende wordt meer en meer als een kind voor wie de partner zorgen moet. Het is met name ook deze transformatie van hun relatie die ingrijpend en pijnlijk is.

Het verwerken van ingrijpende emoties

Maar wat gebeurt er nu eigenlijk innerlijk met iemand die dementerend is? Vanbinnen, onzichtbaar voor anderen, is de dementerende aan het verwerken. Het ik heeft zich meer en meer teruggetrokken, het laat allerlei verantwoordelijkheden los, het kan niets meer en hoeft niets meer. Daardoor ontstaat er innerlijk ruimte en stilte, waarin (in het verborgene) allerlei oude emoties en ervaringen naar boven kunnen komen en alsnog verwerkt kunnen worden.

Het valt op dat dementerende mensen vaak mensen zijn die veel ingrijpende dingen in hun leven hebben meegemaakt. Maar dikwijls waren er te veel verantwoordelijkheden en was er te weinig ruimte, stilte en tijd om die ervaringen te verwerken. Nu krijgt de dementerende de gelegenheid om dat alles vanbinnen (in stilte en in het verborgene) alsnog te verwerken. Daardoor kan de dementerende straks zonder al te zware lasten sterven en de geestelijke wereld binnengaan. Want onverwerkte emoties en ervaringen zijn een last die de voortgang van het leven aan de overkant van de dood verzwaren.

Dat geldt trouwens niet alleen voor het leven aan de overkant van de dood, maar ook voor het volgende aardse leven: zij worden bepaald door het moment van sterven. Sterf je met vertrouwen en in innerlijke rust, dan bepaalt deze sfeer zowel je volgende leven, als je leven in de geestelijke wereld. Daarom is het in wezen een geschenk als een mens nog voor zijn of haar dood allerlei donkere emoties als angsten, woede, wanhoop en intens verdriet mag loslaten voordat hij of zij sterft. En precies dat is het wat een dementerende in stilte en in het verborgene doet: verwerken wat tot nu toe onverwerkt bleef. Dát is de geheime zin van dementie.

Het schenkt iemand niet alleen de kans op een beter leven in de geestelijke wereld, maar ook de kans op een volgend aards leven dat niet al te zwaar door oud karma (in de zin van onverwerkte emoties) is belast.

Vooral vrouwen worden getroffen

Uit onderzoek blijkt dat vrouwen vaker dan mannen door dementie worden getroffen: 71% van de dementerenden is een vrouw. Waarom overkomt dat vrouwen zoveel vaker? Wanneer we naar een antwoord op die vraag zoeken, valt meteen het verband op met wat ik hierboven schreef: dat dementerenden in het verleden vaak allerlei heftige levenservaringen hebben moeten wegdrukken.

Ofwel, omdat de bijbehorende emoties te zwaar waren om ze bewust onder ogen te zien (denk aan oorlogstrauma’s), of omdat er geen tijd en ruimte was om die ervaringen te verwerken.

Omdat vrouwen de zorg voor kinderen dragen, hebben ze (in het algemeen gesproken) minder dan mannen tijd en gelegenheid om die ervaringen te verwerken.

Ze drukken die ervaringen daarom weg. Bovendien zijn vrouwen meestal meer dan mannen zorgend ingesteld en zijn daarom meer geneigd om zichzelf weg te cijferen ter wille van de ander. Begrijpelijk dat ze daarom minder tijd voor verwerking hebben.

Spelen met kleuren en vormen

Een dementerende verliest langzamerhand het vermogen om te denken. Ook gaat het bewustzijn van wie hij is, wie de mensen zijn van wie hij houdt en waar hij is, langzaam verloren. Dat betekent dat zowel het denken (ofwel de verstandsziel), als het bewustzijn (of – zoals dat ook wel genoemd wordt - de bewustzijnsziel) verloren gaan. Dat wil zeggen: deze aspecten van de ziel kunnen zich niet langer via het fysieke lichaam tot uitdrukking brengen, omdat de hersens van het fysieke lichaam niet meer functioneren.

Wat vaak nog wel werkt (en nog lange tijd blijft werken), is het vermogen om op een speelse, creatieve manier kleuren en vormen waar te nemen, daarvan te genieten en er mee te spelen. Dat wil zeggen dat het speelse en creatieve gedeelte van onze ziel dat we de gewaarwordingsziel noemen, het langst intact blijft. Dat is belangrijk om te weten.

Want daardoor is het namelijk mogelijk om dementerenden op een andere en nieuwe manier een levensdoel te geven.

Een dementerende mevrouw vertelde op een congres vrolijk en enthousiast over haar nieuwe carrière als schilderes. Ze was, geholpen en gestimuleerd door de verzorgenden om haar heen, gaan schilderen, toen ze te ziek (= te dement) geworden was om haar vroegere werk te blijven verrichten, en had daarin haar nieuwe roeping gevonden. Dat was wel bijzonder, want op deze manier kon ze nu bepaalde aspecten van haar persoonlijkheid die in de loop van haar leven verwaarloosd waren, opnieuw ontwikkelen.

Het is wel duidelijk dat deze nieuwe roeping en de ontwikkeling van haar creatieve krachten een belangrijke impuls vormen voor haar volgende leven.

Het gebeurt in onze tijd vaker dat onze speelse en creatieve krachten op de achtergrond raken: in onze tijd staat immers het denken - en dan met name het rationele denken - nogal centraal. Daardoor worden de speelse krachten verwaarloosd.

Maar juist wanneer het denken en het bewustzijn door de dementie zwakker worden, komt er ruimte voor die verwaarloosde krachten die nu tot nieuwe bloei gebracht kunnen worden.

Ook in dit geval is dementie niet zinloos, maar kan deze ziekte door de ontwikkeling van de speelse krachten (gewaarwordingsziel) een belangrijke impuls voor de volgende incarnatie betekenen. Zo gezien mag je ook zeggen dat dementie iemand de kans geeft om zich te bevrijden uit de ivoren toren van het dominante denken.

Overigens: de dame uit het voorbeeld hierboven was blij en vrolijk, in tegenstelling tot de meeste andere dementerenden.

Dat kwam omdat haar leven niet langer alleen maar in het teken van het verlies (van het denken en bewustzijn) stond, maar door het creatieve werken met vorm en kleur een wending ten goede had gekregen. Haar leven was nu in het teken komen te staan van het verwerven van nieuwe zielenkrachten.

Leren ontvangen

Elisabeth Kübler-Ross vertelde eens over haar moeder die vier jaar dement was, voordat ze stierf. Elisabeth wilde haar geen euthanasie geven, maar juist daarom was ze met heel haar hart op zoek gegaan naar de zin van deze ziekte.

Ze vertelde dat haar moeder altijd een regelaarster was geweest, maar dat zij in deze laatste fase van haar leven (de fase van dementie) de kans had gekregen om nieuwe zielenkrachten te ontwikkelen: in plaats van te zorgen voor anderen en het leven van anderen te regelen, mocht ze nu het vermogen ontwikkelen om afhankelijk te zijn. Ofwel: ze mocht in deze fase leren om te ontvangen, in plaats van te geven.

Het is belangrijk ons dat te realiseren. Nu we zelfstandig beginnen te worden, is het belangrijk om ook die andere, tegenovergestelde vermogens te bewaren en te ontwikkelen: om te ontvangen en voor ons te laten zorgen. Het gaat immers om een evenwicht tussen geven én ontvangen.

Pas dan worden we een heel mens.

Elisabeth Kübler-Ross zag de dementie van haar moeder als een kans voor haar om dat evenwicht – en dus heelheid – te verwerven.

De zin van dementie

Samenvattend mogen we zeggen dat dementie de dementerende de volgende mogelijkheden schenkt: » Het geeft iemand de kans zich te bevrijden uit de ivoren toren van het rationele denken en maakt het hem (haar) mogelijk de vaak verborgen creatieve en speelse kanten van zichzelf te ontdekken en te ontwikkelen. We kunnen het ook anders zeggen: bij dementie krijgt iemand de kans zijn gewaarwordingsziel op een nieuwe manier te ontwikkelen.

Daardoor komt zijn volgende incarnatie in een heel ander en veel evenwichtiger perspectief te staan: de eenzijdigheid is overwonnen.

  • Het geeft haar of hem de kans te leren ontvangen in plaats van (alleen maar) te geven.
  • Het geeft iemand de kans pijnlijke levenservaringen en onverwerkte emoties alsnog te verwerken, voordat hij (of zij) sterft. Daardoor keert hij (zij) na zijn dood zonder zware lasten terug naar de geestelijke wereld.

Ik heb lang geaarzeld of ik zou durven spreken over de zin van dementie. Ik vond dat wel heftig, vooral als je kijkt naar het lijden van de dementerende en van de verzorgenden om haar of hem heen. Maar hoe meer ik leerde kijken tot voorbij de afschrikwekkende buitenkant, hoe meer ik de zin van dementie op het spoor kwam. Ik denk dat het in deze tijd belangrijk is om op deze manier naar dementie te gaan kijken. Om onze aandacht niet eenzijdig op het verlies te richten, maar ook stil te staan bij de nieuwe ontwikkelingen die door deze ziekte mogelijk worden.


Dit artikel is overgenomen uit Verwachting nr.70 2014. Een uitgave van de stichting De Heraut. zie ook stichtingdeheraut.nl

© Esoterisch Christendom 2024