menu

Rudolf Steiner: zijn tijd moet nog komen

Hans Stolp 

Een stroom van verdergaande inzichten

Nu al jarenlang bestudeer ik de boeken van Rudolf Steiner. Daarbij raak ik steeds dieper onder de indruk van wat hij ons allemaal te geven heeft. Over welk onderwerp het ook gaat, hij weet steeds weer inzichten aan te reiken die de lezer(es) echt verder helpen en die laten zien dat hij ook op dat gebied volledig op de hoogte was. Landbouw, medische wetenschappen, theologie, esoterie, geschiedenis, wis- en natuurkunde, pedagogiek, ach, noem maar op, op al die gebieden was Rudolf Steiner net zo geschoold als iemand die ‘alleen maar’ dat ene vakgebied had bestudeerd. Maar bovendien gaf hij op al die gebieden aanwijzingen die tot heel nieuwe en fascinerende inzichten hebben geleid.

Ik vind het erg jammer dat ik in dit leven lang niet alle boeken van Rudolf Steiner zal kunnen lezen: het zijn er gewoon te veel. Ik sta daarin overigens niet alleen: vele anderen doen dezelfde ervaring op, zo heb ik gemerkt. Rudolf Steiner heeft immers zoveel verteld - met name bij zijn vele lezingen die later in boekvorm werden uitgegeven (en die tot 2025 nog zullen worden uitgegeven) - dat bijna niemand in staat is alles te bestuderen en in zich op te nemen. Maar zolang het mogelijk is zal ik doorgaan met lezen, omdat zijn boeken me rijker maken: mijn ziel bloeit ervan op.

Wie was hij?

In het begin was hij een vreemde voor mij: hij was/is geen mens met wie je gemakkelijk een innerlijke verbinding krijgt; dat is tenminste mijn ervaring. Ik heb in mijn leven (behalve aan Rudolf Steiner) ook veel te danken gehad aan Carl Gustav Jung, de leerling van Freud die zijn meester boven het hoofd groeide. Met hem kreeg ik - open en toegankelijk als hij was - vrij snel en vrij gemakkelijk een innerlijke verbinding, ook al heb ik hem nooit persoonlijk ontmoet.

Bij Rudolf Steiner lag dat anders. Met hem raakte ik, lezend in zijn boeken, pas heel geleidelijk, stap voor stap verbonden. Maar hoe meer ik las, hoe groter mijn respect en hoe dieper mijn eerbied voor hem werd: hij opende volkomen nieuwe werelden voor mij. Daardoor drong de vraag: wie was hij eigenlijk? zich steeds sterker aan mij op. Mijn ziel wilde (en wil) zo graag een antwoord vinden op die vraag, juist omdat hij in zijn boeken steeds meer tot mij begint te spreken. Wie was deze man die zo bescheiden zijn eigen weg ging, die zoveel afwijzing, eenzaamheid en onbegrip moest ondervinden en op wie zelfs verschillende aanslagen werden gepleegd, maar die desondanks met een onverwoestbare trouw in mensen bleef geloven?

De hemel werd omlaag gesproken door zijn woord

Helaas zal ik hem nooit persoonlijk kunnen ontmoeten; wel in de geest, in meditatie en in het droomleven, maar niet als de mens die hij was. Hij is immers al in 1925 gestorven. Daarom werd ik nieuwsgierig naar wat zijn belangrijkste leerlingen aan hem ervaren hebben: grote persoonlijkheden die diep geraakt werden door wat Rudolf Steiner hen aan inzichten te schenken had en die al hun kracht hebben aangewend om hem bij zijn werk te ondersteunen. Denk daarbij aan mensen als de Duitse theoloog Emil Bock, de Nederlandse arts Ita Wegman, de dichter Christian Morgenstern, de beeldhouwster Edith Maryon, de euritmiste Marie Steiner (de vrouw van Rudolf Steiner), en de Nederlandse arts Willem Zeylmans van Emmichoven, Maar denk ook aan leerlingen die minder bekend werden: ook zij vertellen steeds weer hoe beslissend voor hun hele verdere leven hun ontmoeting met Rudolf Steiner was.

Toen ik las wat zij vertelden, viel me als eerste op dat zij op een heel verschillende en heel eigen manier over hem spraken, maar altijd met een diepe en intense eerbied. Ook merkte ik hoe ze tot in het diepst van hun wezen door hem waren geraakt. Wat ze daarover vertelden, laat zien hoe ze door de ontmoeting met hem een onbreekbare band met hem kregen: ze namen zijn wezen in hun eigen ziel op. Vaak gebeurde dat al bij de eerste ontmoeting met hem.

Willem Zeylmans van Emmichoven vertelde hoe hij Rudolf Steiner ervoer bij de eerste lezing die hij bezocht (in de Schreinerei, de werkplaats naast het Goetheanum in Dornach): Rudolf Steiner is middelmatig groot, slank, haast tenger gebouwd. Dit valt degene die luistert dadelijk op als iets merkwaardigs, want de stem waarmee hij spreekt is zwaar en machtig. Het is een stem waarvan de klank iets heeft, wat men nooit meer vergeten kan. Iets diep ontroerends is er in, alsof hij die spreekt het leed der gehele mensheid te dragen heeft.1

Ook valt op dat vele leerlingen in Rudolf Steiner een groter geheim aanvoelden dat niemand kon ontraadselen. Zo schreef Ita Wegman op een notitieblaadje: In zijn wezen ligt een geheim besloten.2 Ook zei ze tegen haar medewerkers: Jullie zien hem altijd veel te klein.3

Zeylmans van Emmichoven vertelde dat men in Rudolf Steiner een kracht beleeft, die slechts aan hogere machten kan toebehoren.4 Hij sloot zijn beschrijving van Rudolf Steiner af met de woorden: Hoevele jaren zullen nog moeten verstrijken, eer het raadsel van de mens die deze naam droeg, geheel zal zijn doorgrond?5

W.F. Veltman schreef dat als je je verdiept in het werk, het leven en de levensloop van Rudolf Steiner, je voor een onpeilbaar raadsel komt te staan. En hij vraagt zich af: Wie was deze mens, dat hij in de korte duur van één leven een dergelijk gigantisch werk kon scheppen?6

Christian Morgenstern beschreef de bijzondere grootheid van Rudolf Steiner in een ontroerend gedicht dat hij als titel meegaf: Hij sprak.7

Hij sprak …

Terwijl hij sprak verschenen
Tronen, Cherubijnen, Serafijnen.
Het licht van zon en sterren werd ontstoken
van oord tot oord.
Dat alles sprong tevoorschijn door zijn taal,
werd eensklaps zichtbaar in een enkel maal,
de hele hemel werd omlaag gesproken
door zijn woord.

Van alle beschrijvingen van Rudolf Steiner raakt dit gedicht mij het meest.

Het zaad van een nieuwe cultuur

Als mensen de persoonlijkheid van Rudolf Steiner beschrijven, vertellen ze vooral over zijn bescheidenheid, zijn humor en zijn sociale begaafdheid. Velen werden ook geraakt door de eenzaamheid die men in zijn wezen aanvoelde. Peter Selg schreef dat Rudolf Steiner alleen door zijn originele humor de tragiek van zijn leven heeft kunnen verdragen.8

Door de jaren heen, waarin ik zijn boeken las, werd ik mij steeds bewuster van zijn geestelijke grootheid. Dat was niet vanzelfsprekend: toen ik bijvoorbeeld jaren geleden voor het eerst de beschrijvingen van zijn leerlingen las, hield ik die in eerste instantie voor lichtelijk overdreven: ik dacht dat die vooral voortkwamen uit adoratie. Maar hoe meer ik de grootse inzichten tot mij nam die Rudolf Steiner ons doorgaf, hoe meer ik begon te beseffen hoe trefzeker de waarneming van zijn leerlingen was geweest. Nu begrijp ik pas waarom Andreas Neider vertelt: Zijn werk getuigt van een grootheid van geest, zoals men die verder alleen aantreft bij de inauguratoren (= stichters of inwijders) van vroegere culturen.9 Met deze korte notitie plaatst Andreas Neider de ingewijde Rudolf Steiner in de rij van de grote ingewijden uit het verleden, zoals Hermes Trismegistos (die aan de basis van de Egyptische cultuur stond), Zarathoestra (die aan de basis van de Perzische cultuur stond) of Mozes (met wie het Jodendom begon). Met de komst van Rudolf Steiner naar de aarde begint dus een heel nieuwe cultuur die honderden jaren zal voortduren.

Maar waarom zien we daar nu dan nog zo weinig van? Met die vraag heb ik lang rondgelopen. Tot ik mij het volgende bewust werd: na de komst van Jezus Christus naar de aarde duurde het een aantal eeuwen, voordat het eindelijk tot de toenmalig bekende wereld doordrong dat de komst van Jezus Christus naar de aarde een totaal nieuwe ontwikkeling inluidde en voordat het christendom wereldwijd ingang vond.

Zo gaat het (en zo zal het ook gaan) met de inzichten van Rudolf Steiner: die zijn zo vernieuwend (en daardoor voor velen ook zo bedreigend) dat het eeuwen zal duren voordat deze wereldwijd begrepen en aanvaard zullen worden.

In dit licht gezien worden ook de volgende woorden van Zeylmans van Emmichoven duidelijk: Zo is het werk van Rudolf Steiner als een zaadkorrel, nauwelijks ontkiemd, temidden van de stervende bloemen van onze cultuur.10 Veel mensen in onze tijd die het vermogen hebben ontwikkeld om dieper te kijken, voorbij de buitenkant, en die zich niet laten verblinden door wat de technische ontwikkeling ons voorschotelt, worden zich steeds sterker bewust van de neergang van onze cultuur. Ofwel van de verloedering, de toenemende agressie, de graai- en haatcultuur en het gebrek aan eerbied voor de natuur, de dierenwereld en het religieuze bewustzijn. Onze cultuur is stervende. Maar dat is niet het enige wat van onze tijd gezegd kan worden: want het zaad van een nieuwe cultuur begint te ontkiemen - dankzij het werk van Rudolf Steiner.

Terzijde: de herinnering van Anna Samweber

Anna Samweber werkte in Berlijn een aantal jaren intensief met Rudolf en Marie Steiner samen. Kort voor haar dood sprak Jacob Streit met haar en vroeg haar naar haar herinneringen aan Rudolf Steiner: hij wilde ze opschrijven om ze voor latere generaties te kunnen bewaren.11 Zij vertelde onder andere dat ze Rudolf Steiner eens gevraagd had wie hij nu eigenlijk was. Hij had haar (zittend aan de keukentafel) geantwoord dat hij er al was voor het begin van de ontwikkeling van de aarde en dat hij gedurende heel de ontwikkeling van de aarde daarbij betrokken was. De tafel waaraan dit gesprek plaatsvond, noemde ze een heilige tafel, en heeft ze haar hele leven in ere gehouden.

Toen ik daarover nadacht, kwam het in mij op dat dit zou kunnen betekenen dat Rudolf Steiner op één lijn gesteld moet worden met de grote ingewijde Manu die in de Bijbel Noach wordt genoemd. Hij was iemand op wie de omschrijving die Anna Samweber kreeg van toepassing is: iemand die er was voordat de ontwikkeling van de aarde en de mensheid begon en die bij deze ontwikkeling betrokken bleef. Hij was het ook die de overlevenden van Atlantis naar Europa en Azië bracht en die de inwijder (of inaugurator) is van Zarathoestra, Mozes en Hermes Trismegistos. Of dit nu waar is of niet, ook deze herinnering van Anna Samweber maakt duidelijk hoe groot zijn leerlingen hebben gedacht over Rudolf Steiner.

Door haar opmerking begreep ik pas de woorden van Ita Wegman die in de vorm van een korte notitie in haar nalatenschap gevonden werd. In die notitie staat: Mijn vraag (aan Rudolf Steiner) was: Waarom wordt er zo weinig over Christus gesproken en waarom zoveel over Michaël? Antwoord: Daarachter ligt een geheim - Michaël is mijn dienaar, zei hij.12 Het is een opmerking waarover ik lang nagedacht heb voordat ik die begon te begrijpen. Wat Anna Samweber vertelde, maakte mij duidelijk: in Rudolf Steiner was een hoge geest belichaamd aan wie zelfs de grote aartsengel Michaël gehoorzaam is.

Inspiratie en bemoediging

Ita Wegman kreeg in 1934 een levensbedreigende ziekte. Zelf dacht ze dat ze zou sterven. In die dagen nam ze bij haar bed Rudolf Steiner waar (die in 1925 gestorven was), samen met de etherische Christus. Deze bijzondere ervaring inspireerde haar om na haar genezing haar werk (in de geest van Rudolf Steiner) voort te zetten, hoe moeilijk de situatie waarin ze verkeerde, ook was.

Een jaar later vertelde ze dat Rudolf Steiner in de geestelijke wereld al zijn leerlingen na hun dood om zich heen verzamelt om samen met hen de toekomst op aarde voor te bereiden. Dát was dus de essentie van wat ze tijdens haar ziekte had mogen ervaren.

De gemeenschap die Rudolf Steiner in de geestelijke wereld opbouwt, werkt daar voorbereidend aan de ontvouwing van de nieuwe cultuur die hier op aarde dwars door het verval en de afbraak heen geboren zal worden. Ita Wegman vertelt met nadruk dat deze gemeenschap die zich in de geestelijke wereld als vanzelf rond Rudolf Steiner vormt, een brug zal vormen tussen de hemel en de aarde.13 Dat wil zeggen dat deze gemeenschap zich verbindt met de leerlingen van Rudolf Steiner die hier op aarde zijn werk voortzetten - en wel om hen te inspireren, te bemoedigen en geestelijke kracht te schenken. Op die hulp mogen allen die zich op aarde de leerling van Rudolf Steiner weten, rekenen!

Peter Selg citeert in zijn biografie van Rudolf Steiner diens medewerker Emil Leinhas, en spreekt over de unieke betekenis van Rudolf Steiner die ons nog eeuwenlang zal verlichten op onze weg.14 Als we ons daarbij realiseren dat Rudolf Steiner een onverwoestbaar vertrouwen had in de mens, en dus ook in zijn medewerkers, zal zich daardoor geïnspireerd weten. Een vertrouwen dat hij ook behield tijdens allerlei catastrofes die hem overkwamen.

Tijdens zijn aardse leven heeft Rudolf Steiner - zo schrijft Peter Selg - te weinig medewerkers gevonden die hun taak ook werkelijk dragen en vervullen konden.15 Ik hoop van harte dat het in onze tijd anders zal zijn en dat steeds meer mensen de weg naar Rudolf Steiner zullen vinden en bereid zullen zijn mee te dragen aan de hoge opdracht die hem werd toevertrouwd.


Noten
  1. F.W, Zeylmans van Emmichoven, Rudolf Steiner en zijn levenswerk de Anthroposofie, Uitg. Zevenster, 3e druk, 1983, blz. 11.
  2. Ita Wegman, Erinnerung an Rudolf Steiner, Herausgegeben von Peter Selg, Verlag des Ita Wegman Instituts, 2009, blz. 21. Letterlijk staat er op het notitieblaadje: Geheimnis was sein Wesen betrifft..
  3. Idem, blz. 7.
  4. F.W, Zeylmans van Emmichoven, Rudolf Steiner en zijn levenswerk de Anthroposofie, Uitg. Zevenster, 3e druk, 1983, blz. 11.
  5. Idem, blz. 14.
  6. W.F. Veltman, Rudolf Steiner, een biografie, Uitg. Lulu.com, 2011, blz. 13.
  7. Het gedicht werd vertaald door L.F.C. Mees en is te vinden in zijn boek: Dierbare herinneringen aan Rudolf Steiner, Hoe hij sprak, Uitg. Zevenster, 1990, blz. 47.
  8. Peter Selg, Rudolf Steiner 1861 – 1925, Lebens- und Werkgeschichte, Band 1: Kindheit, Jugend, Wien (1861 – 1890), Verlag des Ita Wegmans Instituts, 2017, blz. 34.
  9. Idem, blz. 36.
  10. F.W, Zeylmans van Emmichoven, Rudolf Steiner en zijn levenswerk de Anthroposofie, Uitg. Zevenster, 3e druk, 1983, blz. 10.
  11. Zie Anna Samweber, Memories of Rudolf Steiner and Marie Steiner-von Sivers, Uitg. Rudolf Steiner Press London, 1991, blz. 26.
  12. Ita Wegman, Erinnerung an Rudolf Steiner, Herausgegeben von Peter Selg, Verlag des Ita Wegman Instituts, 2009, blz. 20.
  13. Ita Wegman, Erinnerung an Rudolf Steiner, Herausgegeben von Peter Selg, Verlag des Ita Wegman Instituts, 2009, blz. 25.
  14. Peter Selg, Rudolf Steiner 1861 – 1925, Lebens- und Werkgeschichte, Band 1: Kindheit, Jugend, Wien (1861 – 1890), Verlag des Ita Wegmans Instituts, 2017, blz. 34.
  15. Idem, blz. 36.
  16. Idem, blz. 21.

© Esoterisch Christendom 2024