menu

Zorgkunst

Hein Walter 

Alle zorginstellingen in Nederland omvormen tot creatieve centra, dat is mijn vergezicht. Zover is het nog lang niet, maar in Almere is een beweging begonnen die onstuitbaar naar dat vergezicht zal groeien. Zorgkunst! In 2011 kreeg ik de sleutel van een ruimte in Woonzorgcentrum Archipel die ik kon inrichten als atelier. Ik kreeg die ruimte in ruil voor één dag werk met dementerende bewoners. Mijn opdracht was simpel en vrij: maak kunst met de bewoners. Ik heb de afgelopen jaren kunnen uitzoeken welke benadering werkt en hoe ik het moet aanpakken! Inmiddels heb ik zoveel ervaring opgedaan en zo duidelijk laten zien dat een kunstenaar in een zorgcentrum een gouden greep is, dat het nu tijd is voor een volgende stap.

Ik schreef een concept over Zorgkunst en het lukte me om Zorggroep Almere, de gemeente Almere en Cultuurfonds Almere te overtuigen van dat concept. We starten in 2016 met zes zorgkunstenaars die als ZZP-er betaald aan het werk gaan en komend jaar twintig kunstprojecten gaan realiseren in de acht verschillende zorgcentra van Zorggroep. We gaan steeds drie maanden achtereen op één locatie aan het werk met bewoners.

Ik noemde het project Ambulante Zorgkunst. We worden namelijk flexibele krachten die tijdelijk een creatieve impuls geven aan de dagelijkse zorg en geen directe concurrentie vormen voor de activiteitenbegeleiding. En hoewel we veel enthousiaste reacties krijgen, zal het zeker een uitdaging zijn – en dat hoort natuurlijk ook bij pionierswerk. De uitdaging zal in de eerste plaats liggen bij het vinden van manieren om talenten van (dementerende) ouderen aan te spreken en hen zelf te laten ervaren dat creativiteit en vitaliteit met elkaar verbonden zijn. Die zoektocht zal niet voor alle kunstenaars even gemakkelijk zijn, kunstenaars zijn immers van nature gericht op hun eigen ontwikkeling.

Tegelijk ligt in die houding onze grootste kracht! Kunstenaars zullen een nieuwe manier van dienstverlening ontdekken. Een dienstverlening die niet alleen gericht is op de ontwikkeling van de zorgvrager, maar ook op de ontwikkeling van de zorgaanbieder. Kunstenaars voelen een sterke drang naar eigenheid en groei en als ze die kunnen verbinden aan de ouderen, dan trekken ze hen als het ware omhoog. De zorgkunstenaars moeten dan wel hun eigen naam onder de eindproducten willen zetten en zo de professionaliteit bewaken. We zullen ongetwijfeld ook wrijving tegenkomen. We begeven ons namelijk op een terrein waar niet iedereen op vernieuwing zit te wachten. Niet elke activiteitenbegeleider zal ons met open armen ontvangen en ook een deel van de verpleging zal aan onze vrije manier moeten wennen. Mijn discipline is tekenen en ik heb poëzie in mijn pakket. De andere zorgkunstenaars beheersen fotografie, grafiek, ruimtelijk, gemengde technieken en muziek.

Als ouderen bij mij tekenen, dan tekenen ze vaak abstract en organisch. Ik zorg voor goede materialen en een goede sfeer. Mijn ruimte ziet er uit als een atelier! Met doeken, lijsten, rotzooi, verfspatten op de grond, kwasten op tafels en onafgemaakte doeken. Je vergeet hier gemakkelijk de tijd. Mijn atelier ziet er dus helemaal niet uit als een multifunctionele ruimte in een zorgcentrum. Daarnaast beschouw ik mezelf als een soort maatschappijleraar, soms als een psycholoog, dan weer als een gespreksleider. Ik probeer er altijd voor te zorgen dat iedereen zichzelf kan zijn, dat het veilig voelt en dat iedereen zich vrij voelt om te zeggen wat zij/hij wil. Elke bijdrage is waardevol. En ondertussen staat er klassieke muziek op en wordt er getekend. In die sfeer ontstaan prachtige werken. Ik laat de goede werken inlijsten en daarmee verzorg ik exposities onder de titel De Schoonheid van Dementeren. Ik krijg regelmatig als reactie dat mensen ontroerd zijn, dat ze werken zien die zonder pretentie zijn gemaakt, zonder ego.

Bij bewoners die langere tijd en regelmatig op mijn atelier komen werken, zie ik een duidelijke ontwikkeling. Talentontwikkeling bij dementerende ouderen noem ik dat. Juist in een stad als Almere die zo gericht is op jeugd trekt dat aandacht. Maar dementerende ouderen ontwikkelen zich niet alleen creatief, ook hun eigenwaarde wordt versterkt als ze mooie dingen maken. De kern is, denk ik, dat hun nieuwe persoonlijkheid erkend wordt. De focus ligt niet op het verlies, maar op het nu.

Op het gebied van poëzie heb ik een eigen werkwijze ontwikkeld. Een werkwijze die ik ook aan andere mensen leer. Het is een filosofische benadering die ik Wijsheid vergeet je niet heb genoemd. Geen vragen over vroeger, maar vragen naar begrippen en naar waarden en normen. Daarmee komt de dementerende in het nu en kan zij/hij vaak opvallend helder nadenken. De antwoorden zijn vaak heel poëtisch. De antwoorden schrijf ik letterlijk op – mijn eigen vragen laat ik weg – en zo ontstaat er een heel vrije, aansprekende, aangrijpende en heel persoonlijke vorm van poëzie.

Als ik deze vragen aan ‘gewone’ mensen zou stellen, zoals Wat is Wijsheid?, Wat is Schoonheid?, Wat is Verdriet?, Wat is de dood?, dan zal men daar even of langer over moeten nadenken. Dementerende ouderen geven vaak meteen antwoord. Ze zijn onbevangen en in hun onbevangenheid zijn ze vaak heel scherp. Veel scherper dan gewone mensen die in veel gevallen geen antwoord zullen weten. Zij hebben geen last meer van status, dogma’s, regels. Ze geven antwoord vanuit zichzelf.

Als ik zo in gesprek ga met dementerende ouderen, kunnen ze zomaar anderhalf uur heel geconcentreerd praten. Deze werkwijze lukt natuurlijk niet bij iedereen. Als mensen diep in dementie verzonken zijn, dan gaat het niet meer.

Ik maak boekjes met deze teksten en die publiceer ik in kleine oplages. Die bundels zijn niet zozeer bedoeld voor de mensen die de input hebben geleverd, maar meer voor de buitenwereld. Zodat de mensen die zelfstandig hun leven leiden ontroerd raken en inzien dat er in de binnenwereld van dementie niet alleen sprake is van verval, maar dat er ook schoonheid te vinden is en dat je persoonlijke ervaringen hoort. Als je met aandacht kunt luisteren, ervaar je dat dementie zinvol is en vol verborgen betekenissen zit. Ik hoop dat ze minder bang worden voor wat hen misschien te wachten staat.

Deze manier van werken leer ik ook aan anderen. Onlangs had ik een klas van 24 studenten van Windesheim op bezoek, die vanuit deze invalshoek met dementerende ouderen in gesprek gingen. Ook daar kwamen mooie teksten uit voort. Het werkt.

Eenvoud

Wie ik ben, dat weet ik niet.
Ik was telefoniste, telegrafiste:

ik hoor, ik luister – ik was
aan de kant, nooit op de voorgrond.

Eenvoud is het mooiste van het leven.
Zachtheid is iets dat niet onderschat mag.

Hier heb ik de kennis geproefd
van de flauwekul, hier ben ik niet meer kritisch.

Natuur, ik ben natuur, zoals bloemetjes,
een kikkertje in de regen.

Waleska van de Kamp


Dit artikel is overgenomen uit Verwachting 79 2016. Een uitgave van stichtingdeheraut

© Esoterisch Christendom 2024